Dodaars is de kleinste fuut van Europa. Maar ook bekend onder de naam kleine duiker. De dodaars is een kleine plompe futen soort. Maar die enigszins op een eend lijkt.
Taxonomische indeling
Stam | Gewervelde dieren |
Klasse: | Vogels |
Orde: | Futen |
Familie: | Futen |
Soort: | Tachybaprus ruficollis |
Geslacht: | Dodaars |
Eigenschappen en Kenmerken
- Broedtijd is van 20 tot 23 dagen
- Aantal eieren 4 tot 6 stuks
- Gewicht van het ei is 14 tot 16 g
- Lengte van de vogel 21 tot 27 cm
- Volwassen gewicht 135 tot 275 g
- Vleugelwijdte : 40 tot 42 cm
- Verspreiding is Europa, Afrika, Madagaskar, Azië, Indonesië, Nieuw-Guinea
- Milieu is plassen en kolken en rivieren
De Dodaars
Ook bekend onder de naam kleine duiker. Is deze dodaars is over geheel Europa verspreid. In het zomerseizoen is hij echter moeilijk te ontdekken. Alleen in de winter zien we hem op de meren en grote vijvers rondzwemmen. Is de kleinste van de bij ons broedende futen. Hij is beschermd maar nog wel te vinden in kleine meren en sloten. ’s Winters zwemt hij veel in brak water van het Deltagebied. ’s Zomers is het mannetje gemakkelijk te herkennen aan de lichte snavelbasis. De kop is van boven donkerbruin en de wangen en keel zijn kastanjebruin. ’s Winters zijn dodaarzen veel lichter van kleur ze hebben dan een witte keel en lichtbruine hals
De liefde
De balts van de dodaars bestaat voor namelijk uit een vreemd liefdeslied. Of beter gezegd een liefdes duet want mannetje en wijfje liggen tegenover elkaar in het water. En beide laten een hoge trillende of hinnikende zang horen. Soms biedt het mannetje zijn eega een symbolische gift aan het vrouwtje. die bestaande uit planten. De dodaars, ook wel hagelzakje genoemd.
De trek
De meeste dodaars die in de koude maanden onze meren bezoeken. Komen uit Noord-Europa maar dit zijn dus trekvogels. Die in het voorjaar weer noordwaarts vertrekken. De ornithologen weten niet precies hoe deze vogels reizen. Want de vogels vliegen alleen ’s nachts. Evenals de andere futen zijn dodaarzen tamelijk zwakke vliegers. Maar duiken en zwemmen kunnen ze uitstekend.
Voedsel
Het menu van deze kleine duiker bestaat uit insecten en weekdieren maar ook schaaldieren. De dodaars voedt zich met visjes. Vooral stekelbaarsjes en kreeftachtigen en ook libelle larven en waterkevers maar ook zoet water weekdieren.
Bij gevaar
Het is een schuwe vogel, die bij het minste gevaar onder water duikt. Hij kan twintig seconden onder water blijven en schiet dan als een pijl vooruit. Vooral zijn verenkleed glinsterend van de luchtbelletjes in het water. Een bedreigde dodaars zal nooit opvliegen. Maar hij heeft maar één gedachte duiken! Een flink eind verder komt hij voorzichtig weer boven water. Alleen met zijn kop en altijd goed verborgen tussen een groepje rietplanten. Op het land bewegen ze zich maar met moeite voort ze komen daar dan ook zo weinig mogelijk. De jongen, die al direct kunnen zwemmen klimmen bij alarm op de rug van de ouders.
De niet trekken dodaars
De dodaars die niet trekken en dus het zomerseizoen bij ons door brengen. Die kiezen in het voorjaar een territorium uit. Dat zij fel verdedigen tegen soort genoten.
Nest en jongen
Hier bouwt het koppel een nest op een bosje planten of tussen de takken van een wilg. Zo vlak langs het water. Hun nest maken dodaarzen evenals futen van natte en rottende waterplanten. Als ze worden opgeschrikt dekken ze hun eieren toe door met de snavel wat nestmateriaal eroverheen te spreiden. Het mannetje zorgt voor de opgroeiende jongen. Terwijl het wijfje opnieuw gaat broeden. Dit is de enige Europese dodaars die regelmatig twee nesten per jaar produceert. Het wijfje legt 2 tot 10 eieren op een drijvende pol in ondiep water of tussen waterplanten. Het legsel wordt door beide oudervogels gedurende CA. 24 dagen bebroed. De jongen worden door beide ouders verzorgd en kunnen direct na het uitkomen zwemmen.
Verenkleed
Een dodaars in winterkleed die ziet er heel wat minder kleurig uit dan inde zomer. In de winters heeft hij een grijs bruin met wit verenkleed. Maar in het broedseizoen zijn keel en hals bruinrood. Veldkenmerken zijn lichtgekleurde snavelbasis in de zomer en ook een donkerbruine rug. De roodbruine hals en wangen in de winters zijn ze lichter. Het vrouwtje is minder fel gekleurd dan het mannetje.
ZOETWATERMILIEUS waar de dodaars leven
MEREN
De meren hebben de mogelijkheid geschapen dat binnen de continenten een aantal in het water levende soorten tot ontwikkeling konden komen. In hun onmiddellijke omgeving komen ook een hele reeks vogels voor die elders niet zouden kunnen leven. Sommige grote meren hebben hun specifieke fauna. Men vindt er tevens de gedifferentieerde niveaus die ook in de zee bestaan. Zoals de pelagisch milieu en dieptemilieu Maar ook de kuststroken. Het zoet water plankton dient als voedingsbodem voor een intensief larven leven.
HOLARCTISCH GEBIED
Deze uitgestrekte zone omvat Noord-Amerika maar ook Europa met het Middellandse zeebekken en een gedeelte van Noord-Afrika. Zoals mede geheel gematigd Azië gebied en inclusief het noorden van China en Japan. Die volgens dus in een lijn die lichtjes boven de Kreeftskeerkring loopt. De noordelijke grens wordt gevormd door de toendra gordel die langs de noordpoolcirkel loopt. Vooral namelijk het eerste vegetatiegebied direct beneden de pool.
Waterrijk Nederland vormt een ideaal gebied voor watervogels. Zowel broedvogels als door trekkers vogels maar ook wintergasten. Zo behoort het IJsselmeer bijvoorbeeld tot de belangrijkste overwinteringsplaatsen van de kleine zwaan. Die vogels komen helemaal vanuit de Siberische kustgebieden. Zeer strenge winters dwingen vele vogels verder naar het zuiden te trekken. De achterblijvers hebben het zwaar en vele komen om door gebrek aan voedsel.